Koud, koud, koud!
Het vriest en kraakt,
het stormt en waait.
En alles gaat … heel … traag …
De vrieskou komt
en vriest ons blauw!
Daarbuiten wordt het heel erg
koud, koud, koud!





















































Koud, koud, koud!
Het vriest en kraakt,
het stormt en waait.
En alles gaat … heel … traag …
De vrieskou komt
en vriest ons blauw!
Daarbuiten wordt het heel erg
koud, koud, koud!